Traject 1: Tongeren - Strasbourg 542 km
Tongeren (B) - Maastricht (NL)- Aachen (D) - Kornelimünster (D) - Wahlheim (D) - Sankt-Vith (B) - Neuerburg (D) - Konz (D) - Saarburg (D) -
Mettlach (D) - Saarlouis (D) - Saarbrücken (D) - Sarreguemines (F) - Sarrebourg (F) - Saverne (F) - Straatsburg (F)
0 km Tongeren
Startpunt van de fietsroute is de basiliek op de markt van Tongeren. In Tongeren – tijdens het Romeinse Rijk Atuatuca Tungrorum - verwijzen de eerste Romeinse sporen naar het laatste kwart van de eerste eeuw v. Chr. De nederzetting vertoonde een enigszins militair karakter door de aanwezigheid van een aarden wal met houten palissade en een beschermende, typische spitsgracht. Rechthoekige houten barakken verzorgden de huisvestiging. In de 1ste E n. Chr. schakelt de stad over naar een stedelijk karakter met een regelmatig stratenplan in dambordschema. Dit kenmerkt de binnenstad heden ten dage nog steeds. Het Vrijthof geflankeerd door gerechtsgebouwen in neo-Romeinse stijl geeft uit op de basiliek met 12de eeuwse Romaanse kloostergang, schatkamer, Teseum (onderaardse resten Romeinse stad) en het Gallo-Romeins museum. Na platgebrand te zijn, tijdens de opstand van de Bataven in de jaren 68 tot 70, breidt de stad uit naar een forum met thermen. In 182 n. Chr. onder keizer Commodus wordt een 4544 m lange stadsmuur opgetrokken, een statussymbool dat de rijkdom van de stad weerspiegelt. In 275-276 ondergaat de stad de vernietigende Germaanse invallen. In de 4de E komt er een nieuwe 2680 m lange verdedigingsmuur. Aan de westkant van Tongeren vind je over 1,5 km restanten terug van deze muur en zijn torens. Achter de Romeinse muur en torens aan de Caesarlaan op het terrein van de school KTA2 is een Romeinse tempel gereconstrueerd. De watertoevoer naar de stad gebeurde via een monumentaal aarden aquaduct, de huidige Beukenberg (wandelpad dat zich schuin van Tongeren verwijdert, op het hoogste punt van de Legioenenlaan). Op de markt straalt het standbeeld van Ambiorix ontzag uit. Julius Caesar trekt in 58 v. Chr. met zijn garnizoenen Gallië binnen voor een jarenlange zegetocht. In 54 v. Chr. ligt een overgroot deel van Gallië onder Romeins bewind. Weerspannige stammen bekopen hun verzet met de dood, gevangenschap of slavernij. De Eburonen onderwerpen zich en de Romeinen slaan een winterkamp van 8000 soldaten, onder leiding van Sabinus en Cotta, op in hun territorium. Ambiorix was de koning van één helft van de Eburonen. Samen met Catuvolcus, de koning van de andere helft, kwam Ambiorix in opstand tegen de Romeinen. Hij stelt de Romeinen een list door een aanval uit te voeren op het kamp, zogezegd opgehitst door andere stammen en onder het mum dat een grote Germaanse krijgsmacht op komst is. Om hun goede bedoelingen bij te zetten willen de Eburonen de Romeinen doorgang verlenen om zich zo bij andere legioenen te voegen. De colonne Romeinen trekt door een smalle vallei waar de in een hinderlaag liggende Eburonen toeslaan en de Romeinen afslachten. Furieus rukt Caesar met tien legioenen ten strijde tegen de opstandige stammen en kan net op tijd het belegerd kamp van Quintus Tullius Cicero, in de buurt van het huidige Namen, ontzetten. Uiteindelijk moeten ook de Eburonen eraan geloven en Caesar laat het land der Eburonen door andere Gallische en Germaanse stammen leegplunderen en platbranden. Ambiorix en vier gezellen kunnen ontkomen en zoeken hun toevlucht in de Ardennen waar de Romeinen zijn spoor bijster raken. Na 51 v. Chr. is er geen sprake meer van Eburonen maar van Tungri, uit gevangenschap komende overlevenden van de Eburonen aangevuld met andere Galliërs en inwijkelingen van over de Rijn. Caeser wordt in 44 v. Chr. In Rome vermoord, ... Ambiorix?
Over een wandeldreef langs de middeleeuwse muren met het schilderachtige Sint-Catharinabegijnhof en de Moerenpoort, de enige overgebleven middeleeuwse stadspoort, verlaten we het centrum. De middeleeuwse muur, gebouwd van 1240 tot 1290, had een omtrek van ca. 2700 m. Deze bezat oorspronkelijk zeven stadspoorten, herleid naar zes in de 16de E, en 12 annex 13 torens. De volledig bewaarde Moerenpoort en restanten van de muur met Poeiertoren, De Schaetzentoren, Cremerstoren en Smeetoren. De Lakenmakerstoren samen met de barokke Sint-Ursulakapel, het plein onder de Linde aan de begijnhofmuur en de Velinxtoren aan de zogenaamde Luikerpoort zijn fotogeniek.
Over een wandeldreef langs de middeleeuwse muren met het schilderachtige Sint-Catharinabegijnhof en de Moerenpoort, de enige overgebleven middeleeuwse stadspoort, verlaten we het centrum. De middeleeuwse muur, gebouwd van 1240 tot 1290, had een omtrek van ca. 2700 m. Deze bezat oorspronkelijk zeven stadspoorten, herleid naar zes in de 16de E, en 12 annex 13 torens. De volledig bewaarde Moerenpoort en restanten van de muur met Poeiertoren, De Schaetzentoren, Cremerstoren en Smeetoren. De Lakenmakerstoren samen met de barokke Sint-Ursulakapel, het plein onder de Linde aan de begijnhofmuur en de Velinxtoren aan de zogenaamde Luikerpoort zijn fotogeniek.
Via Jecore
De Latijnse benaming heeft niets te maken met een Romeinse heirbaan. Hij verwijst enkel naar een fietsweg via het knooppuntnetwerk in het Jekerdal die twee Romeinse plaatsen met elkaar verbindt. Het is een unieke fietsweg met enkel markante bezienswaardigheden. Vermeldenswaardig zijn zoal: het rococokasteel Rosmeulen, de Lourdesgrot in Bassenge, de rozentuin en de mergelgrot in Wonck, de mystieke silextoren van Eben-Ezèr, het fort van Eben-Emael, de doorgang van het Albertkanaal door de Sint-Pietersberg, de mergelgrotten van Kanne en het kasteel van Neercanne. |
29 km Maastricht (0 km)
Maastricht is, volgens recente literatuur, omstreeks 50 v. Chr. ontstaan aan een doorwaadbare plaats van de Maas, Trajectum ad Mosam genoemd. Een Trajectum is een overzetplaats of een doorwaadbare plaats. Om nadien onderscheid te maken met Utrecht, dat ook een Trajectum was, werd Ad Mosam - bij de Maas - toegevoegd. Ze verwerkten hierbij vele fragmenten van sculpturen in de fundamenten. Deze zijn 120 m ten zuiden van de Servaasbrug teruggevonden. Het monument “D’n Obelisk”, een op een leeuw geïnspireerd beeld op een zes meter hoge zuil op de linkeroever en het metselwerk in de kade op de rechteroever (resten van een middeleeuwse brug) geven de plaats aan waar de Romeinse brug zich ooit bevond. Maastricht was geen stad maar een Vicus, een nederzetting of wegdorp dat in de vierde eeuw herleid wordt tot een castellum. De kleinere vesting van twee voetbalvelden groot was destijds gemakkelijker te verdedigen tegen de Germaanse invallen. Ze bezat tien torens en twee poorten. Resten van de westelijke poort en een heiligdom steken onder het Hotel Derlon en zijn op zondagmiddag tussen 12.00 en 16.00 uur gratis te bezoeken. De oostelijke poort lag iets verwijderd van de trappen van de Plankstraat. Van de torens is nog een stukje te zien in de pandtuin van de O.L.V.-kerk. Maastricht bezat eveneens thermen of warmwaterbaden. In de straattegels van het pleintje “Op de Thermen” zijn door middel van anders gekleurde tegels het patroon van het badhuis uitgezet. De gedachte is groot om deze thermen ooit bloot te leggen. Nadat Maastricht in 1229 stadsrechten kreeg, startten de vestingwerken en nadat de oude Romeinse brug tussen 1270 en 1280 tweemaal instortte kwam 120 meter stroomafwaarts een stenen brug over de Maas. De Sint-Servaasbrug doet nu dienst als voetgangers- en fietsbrug en maakt een verbinding tussen de oude stad en het station. Servatius kwam in 380, na 40 jaar bisschopschap in Tongeren, naar Maastricht om daar in bescherming van het Romeinse Castellum zijn werk verder te zetten. Hij overleed er op 13 mei 384 en ligt begraven aan de heirbaan. Op deze plek ontstond in de elfde eeuw de Sint-Servaasbasiliek, die nog steeds dienst doet als bedevaartkerk. Ze geeft uit op het Keizer Karelplein en het Vrijthof.
We verlaten via een eigen route Maastricht en nemen vervolgens de fietsknooppunten door het Geuldal tot in Gulpen.
We verlaten via een eigen route Maastricht en nemen vervolgens de fietsknooppunten door het Geuldal tot in Gulpen.
37 km Geuldal (8 km)
43 km Valkenburg (14 km)
43 km Valkenburg (14 km)
In een onderaards gangenstelsel in de mergelgrotten kun je ontdekken hoe de beroemde architect Dr. Cuypers als enige in Europa, de belangrijkste delen van de Romeinse Catacomben, heeft geconstrueerd. Valkenburg bezit verder vele troeven als toeristenstad: een pretpark, een sprookjesbos, meerdere mergelgrotten, de ruïne op een rots boven het centrum, een openluchtzwembad, het waterkuuroord “Thermae”. Horeca en souvenirwinkels zijn alom vertegenwoordigd. Ook zijn er nog middeleeuwse muren en een stadspoort te bewonderen.
46 km Schin-op-Geul (17 km)
53 km Gulpen (24 km) Gulpen heeft een mooi centrumplein omgeven door leuke terrasjes. Bijzondere aandacht vraagt de Gulpener brouwerij met een ruime keuze aan speciale bieren. Een andere specialiteit is de Limburgse mosterdsoep.
We volgen de knooppunten tot Wahlwilder, dan min of meer de Rijksweg tot Vaals en vervolgens de fietswegwijzers naar het centrum van Aachen. |
|
70 km Aachen (41 km)
Speerpunt van de stad is de Aachener Dom, één der best behouden monumenten uit de tijd der Karolingers dat als eerste Duitse gebouw opgenomen is in het cultuurerfgoed op de UNESCO-lijst. De schatkamer herbergt één der belangrijkste kerkschatten van Europa. Het historisch stadhuis is een eeuwen oud verhaal. Uit de tijd van Karel de Grote stamt de Granustoren, de gotische kroningszaal herinnert aan de feestelijke koningskroningen tussen 936 en 1531. In de 17de en 18de E kreeg het gebouw zijn barokke uitzicht. Binnenin vindt je interieurarchitectuur uit de 19de E. De classicistische Elisenbrunnen, genoemd naar kroonprinses Elisabeth von Bayern, staat symbool voor de badstad Aachen anno 19de-20ste E. Uit twee bronnen, in de rotonde van het complex, spoelt 52° heet thermaal bronwater. Rondom de dom en het raadhuis liggen verscheidene leuke pleintjes, verbonden door smalle doorgangen. Het historische centrum is vele eethuisjes rijk en er heerst ´s avonds een heerlijke drukte. De winkelstraten sluiten naadloos aan op de oude kern. Alles verkeersvrij, maar niet voor fietsers. Alle langeafstandsfietspaden passeren de domkerk in het centrum.
Vanaf het centrum volgen we de logo’s van de Duitslandfietswegen D 4 en D 7, die samenlopen naar het station Rothe Erde. Naast de spoorlijn start een fietspad dat al gauw een afgedankte spoorbedding opzoekt, de voormalige Vennbahn. We volgen deze fietsroute gedurende 80 km tot in Sankt Vith. |
Vennbahn
Oorspronkelijk ging van de Pruisische spoorwegen de gedachte uit om in 1882 een spoorweg aan te leggen tussen Aachen (Rothe Erde) en Prüm en dit via Monschau en Sankt Vith. Een jaar later verbond Luxemburg en Duitsland zich om de spoorlijn te verleggen naar Troisvierges om de Luxemburgse industriegebieden te verbinden met die van Aachen om vooral ruw staal te vervoeren naar de staalfabriek in Rothe Erde. In 1885 ging de bouw van start. Ook het Duitse leger zag het nut van de Vennbahn in en richtte het militaire oefenkamp Elsenborn op in de buurt van de spoorweg met verbindingen naar Jünkerath, Vielsalm en Gouvy. Na WO-I en het verdrag van Versailles waar Duitsland een deel van het grensgebied moest afstaan als oorlogsbuit, kwam een groot deel van de Vennbahn op Belgisch grondgebied te liggen waardoor de aanvoer van het staal naar Aachen te kostelijk bleek en de staalhut in Rothe Erde zijn deuren sloot. In WO-II diende de spoorweg eerst om de Duitse troepen in hun opmars en achteraf om de geallieerden te bevoorraden. In de naoorlogse periode deed hij vooral dienst als smokkelroute. Door de opkomst van het vrachtverkeer geraakte de Vennbahn steeds verder in verval. In de negentiger jaren tot na de eeuwwisseling was een deel van de spoorweg nog in gebruik als museumtrein en achteraf reden draisines over de rails. Een stuk van lijn 48 tussen Waimes en Sankt-Vith kreeg met het oprichten van het fietsnetwerk VéloTour in de Oostkantons een nieuw leven in de vorm van Pré-RAVeL. Het Duitse stuk van Rothe Erde tot Kornelimünster was al eerder in gebruik als fietsroute en de lijn 48 ten zuiden van Sankt Vith maakte achteraf deel uit van de Eifel-Ardennen fietsweg van Sankt-Vith over Prüm en Gerolstein naar de Nürburgring in de Vulkaaneifel. In 2012 creëren de Oostkantons in samenwerking met de Duitse Eifel en het Groothertogdom Luxemburg het project om de oorspronkelijke 125 km lange Vennbahn tussen Rothe Erde en Troisvierges open te stellen voor het trage verkeer.
Eerst fietsen we nog door woonwijken en langs een bedrijfszone maar dan krijgen we zicht op het heuvelachtige weidelandschap met zijn beekvalleien. Het fietspad loopt gans zachtjes omhoog over het Rollefbach- en het Itertalviaduct steeds dieper het Eifellandschap in. Tussen beide viaducten ligt het oude spoorwegstation van Kornelimünster, dat omgebouwd is tot een rustplaats met houten banken en tafels.
Oorspronkelijk ging van de Pruisische spoorwegen de gedachte uit om in 1882 een spoorweg aan te leggen tussen Aachen (Rothe Erde) en Prüm en dit via Monschau en Sankt Vith. Een jaar later verbond Luxemburg en Duitsland zich om de spoorlijn te verleggen naar Troisvierges om de Luxemburgse industriegebieden te verbinden met die van Aachen om vooral ruw staal te vervoeren naar de staalfabriek in Rothe Erde. In 1885 ging de bouw van start. Ook het Duitse leger zag het nut van de Vennbahn in en richtte het militaire oefenkamp Elsenborn op in de buurt van de spoorweg met verbindingen naar Jünkerath, Vielsalm en Gouvy. Na WO-I en het verdrag van Versailles waar Duitsland een deel van het grensgebied moest afstaan als oorlogsbuit, kwam een groot deel van de Vennbahn op Belgisch grondgebied te liggen waardoor de aanvoer van het staal naar Aachen te kostelijk bleek en de staalhut in Rothe Erde zijn deuren sloot. In WO-II diende de spoorweg eerst om de Duitse troepen in hun opmars en achteraf om de geallieerden te bevoorraden. In de naoorlogse periode deed hij vooral dienst als smokkelroute. Door de opkomst van het vrachtverkeer geraakte de Vennbahn steeds verder in verval. In de negentiger jaren tot na de eeuwwisseling was een deel van de spoorweg nog in gebruik als museumtrein en achteraf reden draisines over de rails. Een stuk van lijn 48 tussen Waimes en Sankt-Vith kreeg met het oprichten van het fietsnetwerk VéloTour in de Oostkantons een nieuw leven in de vorm van Pré-RAVeL. Het Duitse stuk van Rothe Erde tot Kornelimünster was al eerder in gebruik als fietsroute en de lijn 48 ten zuiden van Sankt Vith maakte achteraf deel uit van de Eifel-Ardennen fietsweg van Sankt-Vith over Prüm en Gerolstein naar de Nürburgring in de Vulkaaneifel. In 2012 creëren de Oostkantons in samenwerking met de Duitse Eifel en het Groothertogdom Luxemburg het project om de oorspronkelijke 125 km lange Vennbahn tussen Rothe Erde en Troisvierges open te stellen voor het trage verkeer.
Eerst fietsen we nog door woonwijken en langs een bedrijfszone maar dan krijgen we zicht op het heuvelachtige weidelandschap met zijn beekvalleien. Het fietspad loopt gans zachtjes omhoog over het Rollefbach- en het Itertalviaduct steeds dieper het Eifellandschap in. Tussen beide viaducten ligt het oude spoorwegstation van Kornelimünster, dat omgebouwd is tot een rustplaats met houten banken en tafels.
82 km Kornelimünster (53 km)
De centraal gelegen markt bezit fraaie burgerlijke woningen met spitse gevels uit de 17e en 18e E. Het stedelijke uiterlijk van het plaatsje slaat terug op de tijd dat Kornelimünster pelgrimsoord en toeristenoord was. Op deze plek kruisten twee Romeinse heirbanan, van Aken naar Trier en die van Keulen via Jülich naar Dinant, elkaar. Aan het kruispunt lag een kleine nederzetting en een heiligdom. De Benedictijnerabdij van Kornelimünster is in 813/814 gesticht door Lodewijk de Vrome (778-840), een zoon van Karel de Grote. Het station op de Vennbahn is omgebouwd tot fietstrefpunt.
86 km Walheim (57 km)
We steken even de Belgische grens over voor een lus door het Hertogenwoud.
93 km Raeren (64 km)
101 km Roetgen (72 km)
118 km Monschau (89 km)
101 km Roetgen (72 km)
118 km Monschau (89 km)
‘De parel van de Eifel’ heeft zich in de laatste 300 jaren haast niet veranderd. Vakwerkhuizen en leisteenbouw die geen gelijke vindt en waar toeristen zich vergapen aan de vele bezienswaardigheden, op zoek gaand naar unieke façades, huisdeuren en ander kleinood. De middeleeuwse burcht van de Jülicher graven is nu een jeugdherberg waarvan de binnenkoer in de zomer het decor is voor operaliefhebbers. Bij de bezienswaardigheden hoort de Felsenkeller annex brouwerijmuseum waar het zeer zachte water bron is voor de blonde pils ‘Felsquell’ en het donkere ‘Zwickelbier’. Een bijzondere attractie is de rotskelder uit 1830, lagerplaats voor het bier. Naast bier brandt men in Monschau ook koffie. Sinds 1862 veredelt de familie Maassen al koffiebonen. Mosterd prikkelt de tong in de historische mosterdmolen. Het Rode Huis uit 1752 van de wever en koopman Johann Heinrich Scheibler is een museumhuis dat je terug brengt in de 18de E. Voor museumliefhebbers zijn er verder noch een glasmuseum, een fotografie- en filmmuseum en een drukkerijmuseum. Maar de ganse stadskern is in feite één groot openluchtmuseum waar het heerlijk slenteren is door de vele wegeltjes en trappensteegjes.
Monschau is de laatst mogelijke stopplaats voor een versnapering tot Sourbrodt.
Monschau is de laatst mogelijke stopplaats voor een versnapering tot Sourbrodt.
125 km Kalterherberg (96 km)
We fietsen voorbij aan het oude station van Kalterherberg. Het dorp is ontstaan uit een herberg die aan de pelgrimsroute Aken-Trier lag.
132 km Sourbrödt (103 km)
137 km Weywertz (108 km)
145 km Waimes (116 km)
137 km Weywertz (108 km)
145 km Waimes (116 km)
Aansluiting van de kortere maar pittigere variantes via het bedevaartsoord Banneux vanuit Tongeren en Maastricht
0 km Tongeren
29 km Luik 35 km Vaux-sur-Chêvremont 39 km Fort van Embourg 55 km Banneux 62 km Theux 83 km Hockay 95 km Malmedy 103 km Waimes |
0 km Maastricht
32 km Luik 38 km Vaux-sur-Chêvremont 42 km Fort van Embourg 58 km Banneux 65 km Theux 86 km Hockay 98 km Malmedy 106 km Waimes |
Banneux is het grootste bedevaartoord in Wallonië en halt houden bij het Mariabeeld hoort erbij. Is het niet om de zonden van je handen te wassen in het gewijde bronwater of een kaars te branden in één van de kapellen dan is het om de drinkbus te vullen aan de kraantjesmuur ... met gewijd water.
DE VARIANTE VANUIT TONGEREN IS 103 KM LANG EN 42 KM KORTER DAN DE HOOFDROUTE
DE VARIANTE VANUIT MAASTRICHT IS 106 KM LANG EN 39 KM KORTER DAN DE HOOFDROUTE
DE VARIANTE VANUIT MAASTRICHT IS 106 KM LANG EN 39 KM KORTER DAN DE HOOFDROUTE
In Waimes schakelen we over op het Vennbahntracé. Meer dan alle andere spoortracés geeft deze onvergetelijke blikken op een sfeervol landschap van weiden en bossen. Kilometerslang fietsen we, langs met houten hekken omzoomde paardenweiden, eigendom van de Eifel Gold Ranch Baeck.
152 km Montenau (123 km)
Aan het voormalige station van Montenau ligt de Salaison du Jambon Ardenne waar ze onder andere de Montenauer Ardense hesp bereiden. De installatie is gratis te bezoeken, van achter grote glazen schermen is het volledige verwerkingsproces te volgen. Vanaf nu loopt de Vennbahn omhoog langs het beekje Emmels. De vallei staat geklasseerd als natuurreservaat, met vochtige weiden en veengebiedjes. We fietsen onder het treinviaduct van Born door, een restant van lijn 47a naar Vielsalm. Even verder stoppen we bij de overblijfselen van de draaischijf, om de locomotief om te draaien en in tegengestelde richting over het viaduct te rijden of andersom onder het viaduct door richting Waimes.
|
|
162 km (Sankt Vith 133 km)
Sankt Vith, gelegen op de overgang van Ardennen naar Eifel, koestert haar Bücheltoren en haar neo-romaanse Vitus-Basiliek. Een historische rondgang, langs borden met foto’s in groot formaat, neemt je mee naar het Sankt Vith van voor de verwoesting in de tweede wereldoorlog. Het heemkundemuseum laat je niet alleen kennismaken met de Eifeler wooncultuur uit de jaren 1900 maar ook met de Eifeler spoorweggeschiedenis, inclusief historische spoorwegtrajecten op schaal. De Eifel-Ardennen Radweg verbindt St-Vith met Adenau in de Duitse Eifel. Wij volgen het traject op de oude spoorbedding van St-Vith, via Bleialf naar Pronsfeld aan de Prüm.
De eerste kilometers lopen niet op het spoorwegtracé maar parallel eraan. Hierbij komen we voorbij een fascinerend MTBparcours kriskras door een sparrenbos in de valleiflank aangelegd, met houten brugjes en spectaculaire hindernissen. Door de vallei van de Braunlauf fietsen is kennismaken met een oerlandschap van donkere bossen, drassige weiden en wilde bloemen. Een chaotische wildernis die zijn einde vindt bij de samenvloeiing in de Our. Lijn 46 leidt over een mooi breed grindpad met brugjes en een tunnel door de groene smalle valleien van de Prümer Bach en de Braunlauf naar Steinebrück in het Ourdal. Op Duitse zijde vervolgd de spoorwegroute zijn weg door het dal van de Ihrenbach. Nabij Bleialf ligt de volgende fietstunnel. In de vallei van de Alfbach geven infopanelen uitleg over de fauna en flora van het natuurgebied. Onderweg een ecologisch moerasgebied en een bevervijver. Bij een slagboom en een oude stoomlocomotief aan het oude station van Pronsfeld bereiken we de Enz-fietsroute die de eerste kilometers samenloopt met de Prüm-Radweg.
De eerste kilometers lopen niet op het spoorwegtracé maar parallel eraan. Hierbij komen we voorbij een fascinerend MTBparcours kriskras door een sparrenbos in de valleiflank aangelegd, met houten brugjes en spectaculaire hindernissen. Door de vallei van de Braunlauf fietsen is kennismaken met een oerlandschap van donkere bossen, drassige weiden en wilde bloemen. Een chaotische wildernis die zijn einde vindt bij de samenvloeiing in de Our. Lijn 46 leidt over een mooi breed grindpad met brugjes en een tunnel door de groene smalle valleien van de Prümer Bach en de Braunlauf naar Steinebrück in het Ourdal. Op Duitse zijde vervolgd de spoorwegroute zijn weg door het dal van de Ihrenbach. Nabij Bleialf ligt de volgende fietstunnel. In de vallei van de Alfbach geven infopanelen uitleg over de fauna en flora van het natuurgebied. Onderweg een ecologisch moerasgebied en een bevervijver. Bij een slagboom en een oude stoomlocomotief aan het oude station van Pronsfeld bereiken we de Enz-fietsroute die de eerste kilometers samenloopt met de Prüm-Radweg.
189 km Pronsfeld (160 km)
Vanaf de Prümradweg even ten zuiden van Pronsfeld vertrekt een afsteker naar Arzfeld waar de Enz ontspringt. Fietsen op dit oude spoortraject is een lust voor het oog. Net voor Neuerburg loopt de route door twee tunnels. We volgen de volledige 58 km lange Enztalradweg tot de wederaansluiting met de Prümtalradweg.
215 km Neuerburg (186 km)
Middeleeuws stadje met smalle steegjes rond het marktplein en nog enkele restanten van de oude stadsmuur. Fotogeniek zijn de Dobbelwaterval bij het stadspark en de Burg Neuenburg, de grootste behouden burcht uit de streek.
Het traject tussen Neuerburg en Sinspelt loopt over een apart fietspad langs de Enz.
Het traject tussen Neuerburg en Sinspelt loopt over een apart fietspad langs de Enz.
222 km Sinspelt (193 km)
Via Mettendorf bereiken we dan het dorpje Enzen, dat zijn naam aan de rivier gaf. Over de waterscheiding heen maken we opnieuw aansluiting met de Prümradweg. De Prüm ontspringt in de buurt van Reuth en Schönfeld. Strartpunt van de Prümradweg is Stadtkyll aan de Kyllradweg. De route loopt via Prüm, Pronsfeld, Waxwelier, Biersdorf, Wißmannsdorf, Irrel naar Minden waar hij aansluiting maakt met de Sauerradweg. De afstand bedraagt in totaal 98 km en kan in Pronsfeld een alternatief zijn voor de Enztalradweg. Hij is qua reliëf wel veeleisender. Op het traject naar Irrel komen we voorbij hopplantages, een Romeinse villa in Holsthum en de Irreler waterval.
237 km Holsthum (208 km)
Grondvesten van een Romeinse villa uit de 2de eeuw. De site is in 2013 opgewaardeerd en maakt deel uit van de monumenten aan de Straßen der Römer.
244 km Irrel (215 km)
Over een laatste stukje spoorwegtracé bereiken we in Minden de rivier Sauer.
248 km Minden (219 km)
Mooi traject langs de Sauer met een 200 m lange metalen brugconstructie op palen om de natuur te vrijwaren en een doortocht van een 300 m lange tunnel.
252 km Rosport (223 km)
264 km Metzdorf (235 km)
266 km Mesenich (237 km)
274 km Igel (245 km)
264 km Metzdorf (235 km)
266 km Mesenich (237 km)
274 km Igel (245 km)
We volgen het Moezelfietspad op de linkeroever van de Moezel en zien tussen de wijngaarden het Grutenhäuschen, een vrij te bezoeken Romeinse grafkelder. In het wijndorp Igel staat de Igeler zuil, een 23 m hoog Romeins grafmonument.
278 km Konz (249 km)
Saarfietsroute
Attractieve fietsroute in 4 luiken. De sterk meanderende Saar doorheen de heuveluitlopers van de Hunsrück, de Saar Staalindustrie, de faiencesteden en het Saarkanaal.
Attractieve fietsroute in 4 luiken. De sterk meanderende Saar doorheen de heuveluitlopers van de Hunsrück, de Saar Staalindustrie, de faiencesteden en het Saarkanaal.
291 km Saarburg (262 km)
Dit historische stadje is omgeven door wijngaarden en bossen. Waarteken van de stad is de Saarburg, één der oudste burchten van Duitsland. Een bijzondere attractie is de 20 m hoge waterval midden in de stad. De steile klim door de poort voorbij aan de waterval naar de idyllische terrassen en eethuizen is een aanrader.
311 km Mettlach (282 km)
Mettlach is de hoofdzetel van de porselein- en sanitairfabriek Villeroy en Boch, vooral bekend om hun badkamersanitair en porseleinserviezen. In de abdij van de fabriek kan je terecht voor de ‘Keravision’ van hun actuele producten. Het keramiekmuseum stelt daarentegen de eeuwenoude porseleinproductie ten toon. Een aparte beleving is het nostalgische museumcafé. Een andere belevenis is de brouwerij Mettlacher Abtei-Brau waar ze niet alleen bier brouwen maar ook lekkere inheemse kost bereiden.
346 km Saarlouis (317 km)
De kern van Saarlouis bezit nog kenmerken van de oude fortenstad opgericht door Vauban. Aan de buitenkant van de fortificatie ligt het Vaubaneiland in 1689 opgericht ter bescherming van de toenmalige sluisbrug van de Saar en nu een eilandje op een oude Saar-arm tussen stadskern en stadspark. Je treft er de standbeelden aan van maarschalk Ney en soldaat Lacroix. Het 6de bastion er tegenover bezit een uitzichtplatform met zicht op de omgeving.
360 km Völklinger Hütte (331 km)
UNESCU wereldcultuurerfgoed van de Saar staalindustrie met de eigenaardige kathedraal der industriecultuur als bezoekerscentrum.
371 km Saarbrücken (342 km)
Van Romeins castellum over middeleeuwse nederzetting en vorstenstad naar hoofdstad van Saarland. Als grensstad is de stad geteisterd door de vele oorlogen door de eeuwen heen en telkens opnieuw platgebrand of -gebombardeerd. De oude brug (1546), een stille getuige uit vergane tijd, verbindt beide oevers, met op de linkeroever achter auto en spoorweg de oude stad en kasteel en op de rechteroever het nieuwe Saarbrücken met voetgangerszones en winkelcentrum. Aan het water is veel recreatieruimte gecreëerd met verscheidene drank- en eethuisjes. Op het einde van de stad langs de Saar ligt de kunstzinnige gas- en stoomturbinecentrale Kraftwerk Römerbrücke met een opvallende 160 meter hoge schoorsteen en een scheef hangende tempel op de rand van het dak van de fabriek. Graffitikunst aan de waterkant geven fleur aan de metershoge betonnen geluidsmuren van de autoweg.
389 km Sarreguemines (360 km)
Park-, bloemen- en faiencestad op de monding van de Blies in de Saar. Ville Fleurie**** of vier sterren bloemenstad draagt de stad in haar vaandel. De bruggen zijn gesierd met kleurrijke bloembakken. Liefst 12 parken en tuinen zijn te ontdekken. Sarreguemines is ook het hart van de faience. In het centrum staat nog een oude faienceoven uit 1860 en op de andere oever ligt het casino van de voormalige faiencefabriek. Een met fresco’s van faiencetegels gesierd gebouw opgericht als ontmoetingsruimte voor de werknemers van de fabriek. Nieuwsgierigen moeten zeker de geklasseerde wintertuin met prachtige fontein in het Museum van de faience bezoeken en de site van de molen van de Blies dat het productieproces weergeeft van zand tot afgewerkt product. Inbegrepen in het bezoek is de Jardin des Faienciers, wellicht de mooiste tuin van de stad.
412 km Sarralbe (383 km)
420 km Harskirchen (391 km)
433 km Mittersheim (404 km)
420 km Harskirchen (391 km)
433 km Mittersheim (404 km)
Bij sluis nr. 8 verlaten we de fietsroute langs het kanaal en volgen de fietswegwijzer Circuit des Étang St-Jean-de-Bassel.
445 km St-Jean-de-Bassel (375 km)
Hier volgen we de fietswegwijzer Circuit des Étang par Héming tot Gosselming
446 km Gosselming (417 km)
Hier nemen we de weg naar Dolving en Sarrebourg.
455 km Sarrebourg (426 km)
Oude Romeinse stad en middeleeuws handelscentrum in het departement Mosel. De geschiedenis van de stad valt te ontdekken in het streekmuseum, het Musée du Pays de Sarrebourg (Romeinse vondsten, faiences en porselein van Niderviller en wandtapijten van Chagall), en op het parcours Chagall in en rond de kapel van de Cordeliers met een grandioos glasvenster van de kunstenaar. Middeleeuwse vestingmuur en Romeinse toren in het hoger gelegen gedeelte van de stad.
Via een fietspad langs de rivier de Sarre verlaten we Sarrebourg. Nadat we omheen een vijver fietsen nemen we de spoorwegroute Sarrebourg-Abreschviller.
Via een fietspad langs de rivier de Sarre verlaten we Sarrebourg. Nadat we omheen een vijver fietsen nemen we de spoorwegroute Sarrebourg-Abreschviller.
462 km Kanaal Marne-Rijn (433 km)
Le canal de la Marne au Rhin
Het kanaal Marne-Rijn verbindt over een lengte van 320 km de Marne in Vitry-le-François en de Rijn in Strasbourg. Het traject maakt deel uit van de Eurovelo 5, de Via Francigena van Londen naar Rome en Brindisi, en de Paneuroparoute die Parijs met Praag verbindt.
In Frankrijk is dit de Véloroute V52. Op 12 km na tussen Hesse en Arzviller volgt deze fietsroute het kanaal tot in Strasbourg.
Het kanaal Marne-Rijn verbindt over een lengte van 320 km de Marne in Vitry-le-François en de Rijn in Strasbourg. Het traject maakt deel uit van de Eurovelo 5, de Via Francigena van Londen naar Rome en Brindisi, en de Paneuroparoute die Parijs met Praag verbindt.
In Frankrijk is dit de Véloroute V52. Op 12 km na tussen Hesse en Arzviller volgt deze fietsroute het kanaal tot in Strasbourg.
464 km Hesse (425 km)
476 km Arzviller (447 km)
476 km Arzviller (447 km)
Doorbraak van het kanaal Marne-Rijn door de Vogezen. Het nieuwe kanaal overwint het enorme hoogteverschil door een monumentale scheepslift terwijl op het oude kanaal doorheen een smalle kloof de ene sluis de andere opvolgt. De sluispoorten staan open en het water vloeit ook niet meer. Natuur heeft vrij spel en gaat tierig tekeer.
Het fietspad loopt langs dit oude kanaal. Een beleving is de metalen constructie waarop we letterlijk doorheen de laatste sluis fietsen.
Het fietspad loopt langs dit oude kanaal. Een beleving is de metalen constructie waarop we letterlijk doorheen de laatste sluis fietsen.
483 km Lutzelbourg (454 km)
494 km Saverne (465 km)
494 km Saverne (465 km)
Rozenstad en poort van de Elzas draagt deze stad in zijn vaandel. Saverne ligt aan het einde van de doorbraak van het kanaal door de Vogezen. Mooie vakwerkhuizen bij de sluis en in de voetgangerszone. Bezienswaardig zijn de Romaanse kerk en het Renaissancekasteel Rohan.
531 km Reichstett (502 km)
542 km Straatsburg (513 km)
542 km Straatsburg (513 km)
Straatsburg heet het Europees voorbeeld te zijn als fietsgrootstad. Vele fietspaden leiden tot in en door het historische centrum. Wij fietsen van de Europese instellingen door het centrum en verlaten de stad via het universiteitskwartier. We komen de stad binnen via de architectonische paleizen van de Europese instituten met als meest bekendste het Europese parlement, de Raad van Europa, het instituut voor de rechten van de mens, ... Waarteken van de stad is de gotische Notre-Dame, 150 m hoog met in de portalen honderden heiligenbeelden. Het kathedraalplein geldt met zijn oude vakwerkhuizen als één der mooiste van Europa. De historische stadskern staat onder bescherming van het UNESCO werelderfgoed vanwege de prachtige architecturale bouwstijlen. Klein Frankrijk zo noemt het schilderachtige oudste kwartier van de stad. Gelegen aan het water gaven vakwerkhuizen uit de 16de en 17de eeuw onderdak aan vissers, molenaars en wevers. De vier torens op de gedekte brug herinneren aan de onafhankelijke republiek Straßburg. Na de aansluiting bij Frankrijk in 1681 bouwde Vaubon, architectgeneraal der fortificaties onder Lodewijk XIV, een nieuwe verdedigingsgordel. De stad bezit vele leuke pleinen die verbonden zijn door een wirwar van straatjes. Één daarvan is de ‘Place Drogue’, een lang rechthoekig plein aan weerszijden afgeboord met oude platanen en aan het einde het operagebouw. Het meest bekoren heeft mij de ‘Place du Marche Gayot’, een klein tussen huizen verstoken vierkantig pleintje vol met gezellige terrasjes en enkel bereikbaar via smalle doorgangen.
Onze route door het centrum komt voorbij de grootste bezienswaardigheden van Straatsburg. Via het universiteitskwartier fietsen we naar de ‘Garden der zwei Ufer’ die symbool staat voor de vriendschap tussen Frankrijk en Duitsland. Voor voetgangers en fietsers is de monumentale wandelannex fietsbrug over de Rijn de ideale oversteek tussen Duitsland en Frankrijk.
Onze route door het centrum komt voorbij de grootste bezienswaardigheden van Straatsburg. Via het universiteitskwartier fietsen we naar de ‘Garden der zwei Ufer’ die symbool staat voor de vriendschap tussen Frankrijk en Duitsland. Voor voetgangers en fietsers is de monumentale wandelannex fietsbrug over de Rijn de ideale oversteek tussen Duitsland en Frankrijk.