Traject 4: Venetië - Assisi 504 km
Venetië (I) - Chioggia (I) - Porto Viro (I) - Comacchio (I) - Ravenna (I) - Cervia (I) - Rimini (I) - Cattolica (I) - 
Pesaro (I) - Fano (I) - Mondolfo (I) - Sassoferato (I) - Gubbio (I) - Assisi (I)

1533 Venetië (0 km)
Venetië bezoeken per fiets is onbezonnen werk en trouwens verboden. Zoek je een logement in Venetië zelf, dan kan dat in het stadsgedeelte Cannaregio, gelegen net achter het station Santa Lucia. De brede trappen van de brug Ponte della Constituzione naar het plein voor het station is de enige en vrij gemakkelijk te nemen hindernis. Vanaf dit plein loopt in een boog de uiterst drukke winkelstraat naar het San Marco plein. Voor niet fervente shoppingfanaten is deze massatoerismeboulevard best te mijden. Eén der leukste en levendigste pleinen is het Campo Santa Magherita gelegen bij het universiteitenkwartier. Eentje van bijzondere aard is het Campo di Ghetto Nuovo of het Joodse plein dat enkel bereikbaar is via twee bruggen. Toen in 1516 vele Joden vele andere landen verjaagd werden, mochten zij zich hier in Venetië vestigen. Voor de veiligheid werden de bruggen vroeger ´s nachts afgesloten. Leuke restaurantjes zijn te vinden aan de zijkanaaltjes van het Grand Canal in het stadsgedeelte Cannaregio en de steegjes tussen het kwartier San Polo met de Rialtobrug. Van bijzondere schoonheid is de landpunt van het kwartier Dorsoduro tussen de universiteitenwijk en de Punta della Dogana. Aan de zeezijde de brede kustpromenade en de hoek om het Grand Canal waar gondels paraderen voor het plein van San Marco. Tussen de Rialtobrug en San Marco ligt een wirwar van winkelsteegjes. Het San Marco plein imponeert, het is vernoemd naar de San Marco Basiliek (11e E) en is rijk aan Romaans beeldhouwwerk, mozaïeken, marmer en brons. Naast de basiliek staat het paleis van de dogen, het Palazzo Ducale. In het verlengde van San Marco langs het kanaal gaat het voorbij aan de brug der zuchten naar het zeevaartmuseum en het artisanaal met zijn scheepsloodsen. Blijft nog de noordkant van het eiland om in alle rust te chillen met zicht op het ommuurde Isola di San Michele, het zogenaamde dodeneiland en op het eiland Murano, vermaard om zijn glaswerk.
We nemen de veerboot Tronchetto voor de overtocht naar Lido San Nicolò.
1544 kmLido San Nicolò (11 km)
Over de eilanden en langs de op het vaste land loopt de kustfietsroute Bi 6 Ciclovia Adriatica die we in grote mate volgen tot Fano. Vanuit Venetië tot Choggia is het 38 km, waarvan 15 km op 3 veerboten.
1545 km Lido Di Venezia (12 km)
Vanaf de rotonde aan de Lagune loopt een brede hoofdstraat naar de Adriatische kustzijde met zijn breed zandstrand. Bekend vanwege het filmfestival van Venetië (september), zijn casino en de exclusieve hotels Exelsior en Hotel des Bains, decor van de film Death in Venice.
1550 km Malamocco (17 km)
​Was lang de enige bebouwing op het eiland en de residentie van de Doge van Venetië.
1554 km Alberoni (21 km)
Hier nemen we de veerboot naar Santa Maria del Mare
1558 km San Pietro in Volta (25 km)
1564 km Pellestrina (31 km)
Smalle eilandstrook ten zuiden van Lido de Venezia. Vanwege de overstromingen en de armzalige levensomstandigheden van vroeger is de bouwstijl eerder bescheiden. De huidige bewoners leven van de mossel- en visvangst. In zee liggen vele vissershutten.
We nemen de veerboot naar Choggia
1571 km Chioggia (38 km)
Choggia is de aanlegplaats op het vaste land en vanaf de veerboot lijkt het op een verderzetting van Venetië. In de Romeinse tijd noemde ze Clodia en ook vandaag is het nog een aantrekkelijke oude kuststad met een uitnodigende centrale autovrije hoofdstraat. Parallel aan de hoofdstraat ligt één van de grootste vissershavens van de Adriatische kust. Choggia is via twee bruggen, over havengeul en lagune, verbonden met de badplaats Sottomarina.
1572 km Sottomarina (39 km)
Eerste badplaats op het vaste land ten zuiden van de Venetiaanse eilanden.
We fietsen over het fietspad op de oever van de lagune naar Brondolo.
1575 km Brondolo (42 km)
Om de rivier Brenta over te steken moeten we de hoofdweg op, de brug over. Na de brug over de Brenta volgen we de I3 niet naar links maar nemen rechts het wegje langs de rivier dat even verder afdraait langs een kanaaltje. We volgen dit tot de brug over de Adige (opnieuw hoofdweg en oppassen). Na de brug pikken we de Bi 6 opnieuw op die op de oever van de Adige loopt en daarna het regionaal park van de Po-delta betreedt.
1590 km Cavanella D’Adige (57 km)
De Po-delta beslaat 380 m² doordat de Po-rivier zich opsplitst in meerdere armen. De belangrijkste zijn de Po di Venezia, Po di Maestra, Po di Pila, Po di Tolle, Po della Donzella, Po di Levanta, Po di Gnocca en Po di Goro. De delta strekt zich over een lengte van ca. 100 km uit vanaf de rivier Adige over de Po-rivieren, het meer van Comacchio, de Pijnboombossen van Ravenna en Cervia. Witte reigers en roze flamingo’s zijn massaal te spotten. De Po-delta is één groot waterrijk natuurgebied dat we over kleine asfaltwegen doorkruisen.
De fietsroute Bi 6 steekt de Po di Levante over naar Porto Levante. Omdat de veerboot op onregelmatige tijdstippen vaart en buiten de zomervakantiemaanden slechts sporadisch vaart hebben we voor zekerheid een route door het binnenland gezocht.
1607 km Rosolina (74 km)
1608 km Villagio Norge Polesine (75 km)
1614 km Donada (Porto Viro) (81 km)
1615 km Contarina (Porto Viro) (82 km)
1636 km Porto Tolle 1642 km (103 km)
Bekend om zijn Delta-feesten de 1e week van september waar cultuur, muziek en gastronomie zich treffen. Porto Tolle ligt zowat middenin de Po-delta waar deze het sterkst vertakt. 
We fietsen op de dijk rond de Lagune Sacca di Scardovari. Vervolgens steken we over twee houten, door bootjes gedragen bruggen, de Po di Gnocca en de Po di Goro over. Op de dijk van deze laatste loopt de fietsroute FE20 Destra Po van de Provincie Ferrara. Ook de Bi 6 maakt vanaf Goro gebruik van deze routes. We slaan af van de FE20 op de FE320 Goro-Lido di Volano, FE30 Lido di Volano-Porto Garibaldi, FE417 Porto Garibaldi-Ravenna.
1641 km Ca’Mello (108 km)
1656 km Santa Giulia (123 km)
1664 km Goro (131 km)
Romantisch vissersdorp en -haven in de Po-delta. Leuke nauwe straatjes. 
Wij kozen hier voor de fietsroute FE302, ook Bi 6. Die gaat voorbij aan de vissershaven om dan over een grindpad op de kustlijn een fietssluis te bereiken. Deze sluit een beschermd bosgebied af waar de laatste en enige echte Italiaanse herten gehuisvest zijn. Op de bosweg tussen de twee dubbele deuren zitten enkele zandstroken waar het moeilijk fietsen is.
1674 km Lido Di Volano (141 km) 
De fietsroute FE30 loopt parallel aan het strand door een langgerekt pijnboombos. Op het einde gaat de goed berijdbare bosweg over in een smal duinpad. TIP; bij het binnenrijden van Lido Di Volano is een eethuisje dat eruit ziet als een soort visfrituur met als opschrift: Il pesce cotto migliori d’Italia, provare per credere wat betekent: proef de beste gekookte vis van Italy. Vis en zeevruchten die gegrild en gefrituurd bleken te zijn, maar wel lekker! De FE30 loopt door enkele familiebadplaatsen van de zogenaamde Lido di Comacchio naar Porto Garibaldi.
1683 km Lido Della Nazioni (150 km)
1686 km Lido Di Pomposa (153 km)
1687 km Lido Scacchi (154 km)
1691 km Porto Garibaldi (158 km)
Is de oudste badplaats van de provincie Emilia-Romagna, ontstaan uit een zuiver vissersdorp. Ook vandaag speelt de visvangst een belangrijke rol. Leuke oude kanaalhaven aan het kanaal Idrovia Ferrarese dat de Adria verbindt met Ferrera.
Fietsroute FE417 naar Ravenna sluit in Porto Garibaldi aan op de FE30. Deze volgt een fietspad langsheen de kanaalhaven en het kanaal richting Comacchio.
1697 km Comacchio (164 km)
Fascinerende historische stad, gebouwd in de middeleeuwen op dertien kleine eilanden te midden van een waterlabyrint in de Po-delta. De eilandjes zijn verbonden door bruggen en doorkloven van kanaaltjes. Voortgevloeid uit de mythologische Etruskische havenstad Spina die handel dreef met Athene en verloren ging na de Gallische invallen in ca. 300 v. Chr. Ontplooit tot handels- en zoutcentrum te midden van visrijke lagunen. Bekampt door Ferrara, Ravenna en Venetië, door pauzen en keizers. Zijn huidige uitzicht bekomen door grote verbouwingswerken in de 17e E. De monumentale Trepponti-brug ontworpen als majestueuze poort naar de zee is het paradepaard van de stad. Comacchio is bekend om zijn palingvangst en bezit een eigen paling(vis)mijn. 
Fietsroute FE417 loopt door de lagune naar een hoek waar roze flamingo’s en witte reigers te spotten zijn. Via een grindweg tussen meer en kanaal bereiken we de weg die omheen het meer loopt. Op het einde van het meer nemen we de afslag naar de veerboot over de rivier Reno naar het dorpje Sant’Alberto. Alternatief voor de veerboot (bij verlet) is naar de volgende brug te fietsen tussen lagune en kanaal om dan langs de andere zijde terug te keren naar Sant'Alberto.
1725 km Sant’Alberto (192 km)
Fietsroute FE417 maakt een lus via de kust naar Ravenna, wij opteerden voor een directere route landinwaarts.
1732 km Savarna (199 km)
1735 km Torri (202 km)
1742 km Sant’Antonio (209 km)
1750 km Ravenna (217 km)
Na de splitsing van het Romeinse Rijk in 395 n. Chr. Was Ravenna vervolgens hoofdstad van het West-Romeinse Rijk onder Keizer Honorius. De definitieve val van het Romeinse Rijk vindt plaats in 476 n. Chr. Wanneer de Germanen onder Odoaker de macht nemen. Het West-Romeinse Rijk bestond tot dan nog slechts uit Italia en enkele delen van Gallia. Het Oost-Romeinse Rijk werd Byzantium en Odoaker liet zich tot koning van Italy kronen. In 493 veroverde de Ostrogoot Theodorik de Grote Italië en maakt Ravenna opnieuw tot hoofdstad. Wanneer de Byzantijnen de oude gebieden van het voormalige West-Romeinse Rijk heroveren op de Germaanse Vandalen en Ostrogoten, verliezen deze laatste grote delen van Zuid-Italië evenals de steden Rome, Venetië en Ravenna. Hieruit ontstaat het Exarchaat van Ravenna onder Byzantijns oppergezag met als hoofd de exarch (gouverneur) regerend vanuit Ravenna. Het
Exarchaat van Ravenna omvat de steden Ravenna, Rimini, Pesaro, Fano, Sinigaglia en Ancona en is verbonden met Rome en omgeving, door een corridor door de Apennijnen. Uit deze periodes staan acht vroegchristelijke bouwwerken op de werelderfgoedlijst: het Orthodoxe baptisterium, het mausoleum van Galla Placidia, het baptisterium van de Arianen, de aartsbisschoppelijke kapel, de basiliek van Sant'Apollinare Nuovo, het mausoleum van Theodorik, de basiliek van San Vitale en de basiliek van Sant'Apollinare in Classe die buiten de stad ook op onze route ligt. Op onze route door de stad liggen vervolgens: het mausoleum van Galla Placidia (mozaïek), de basiliek van San Vitale (mozaïek), het nationaal museum, de overdekte markthal, het Piazza del Popolo, het baptisterium Neoniano (mozaïek), de aartsbisschoppelijke kapel (mozaïek), de crypte Rasponi (mozaïek), de crypte van San Francesco (mozaïek), het Palazzo di Teoderico (mozaïek), de basiliek van Sant'Apollinare Nuovo (mozaïek) en de Porta Nuova.
Bij het verlaten van de stad volgen we de fietsborden van de fietsroute naar Cervia.
1757 kmClasse (224 km)
We fietsen het dorp in, voorbij aan de basiliek van Sant'Apollinare (mozaïek) naar het pijnboombos van Classe. Prachtige fietspaden door het bos waar op het einde roze flamingo’s te spotten zijn in de waterplassen aan de bosrand.
1771 km Lido Di Classe (238 km)
​We fietsen over een grindweg achter dit kustplaatsje door.
1772 km Lido Di Savio (239 km)
We verlaten de fietsroute naar Cervia en fietsen op de kustweg doorheen Lido Di Savio om dan terug de fietsroute op te pikken doorheen een pijnboombos. Op het einde van het pijnboombos ligt Milano Marittima.
1778 km Milano Marittima (244 km)
Gelegen in het midden van de zogenaamde Adriatische Rivièra tussen Lido di Ferraresi en Rimini ligt de gemeente Cervia. Qua gastronomie de buik van de Adria. De gemeente Cervia beslaat Cervia zelf, het mondaine Milano Marittima en de pijnboombossen van Pinarella en Tagliata. Milano Marittima, één van de meest mondaine badplaatsen van Italië. Gesticht als badplaats voor de rijke families uit Milaan, maar achteraf ook bedeeld onder gegoede burgers uit Bologna, Modena, Parma en later ook die uit de eigen provincie Romagna. Vele vier- en vijfsterrenhotels en winkelstraten met alle grote Italiaanse kledingsmerken. De rotonde Primo Maggio is het uitgangbord van de badplaats waar het nachtleven met een typische Italiaanse aperitief zijn aanvang kent … op donderdagavond het uitgangsweekend begint.
 De fietsroute naar Cervia loopt hier naar rechts langs een kanaaltje, maar wij gaan rechtdoor om daarna naar links te gaan richting de rotonde Primo Maggio. Over de parkings tussen strand en hotels richting haven van Cervia.
1779 km Cervia (246 km)
2000 jaar geleden vestigden de Etrusken zich hier vanwege de zoutwinning. De Romeinen namen achteraf de productie over en exporteerden het zout over het ganse rijk. Langs de kanaalhaven liggen, de toren Torre San Michele, de zoutpakhuizen, de vismarkt en achterin het oude centrum. Vroeger lag dit alles als een vierkante vesting te midden van de zoutmeren. Omwille van de ondraaglijke hitte en de gezondheidsfactor, werd alles in 1698 steen voor steen afgebroken en tussen kust en zoutpannen heropgebouwd. De zoutpannen zijn nu de habitat voor meer dan 100000 vogels waaronder meer dan 100 soorten. Alles over de zoutwinning komen we te weten in het vrij te bezoeken zoutmuseum MUSA in het zoutpakhuis langs de Torre San Michele. Het historische centrum van Cervia is opgebouwd in een dubbele ring met aan de buitenkant de huisjes van de zoutarbeiders en binnenin de huizen van de gegoede burgerij. In het midden bevindt zich een met twee poorten afgesloten plein met het gemeentehuis en de dom. Tussen het oude centrum en de kust ligt een brede winkelboulevard. Tussen de Torre San Michele en de kust de vissershaven met de vismarkt en vele uitnodigende visrestaurantjes. Bijzonder populair is het Circolo Pescatori van de vereniging der vissers, waar aan lange tafels de visschotels één na één passeren.
We fietsen het havenkanaal op en neer om dan het kustfietspad te volgen. De Salines zijn te bereiken door bij de brug over het kanaal bij de zoutpakhuizen het kanaal verder te volgen. Op het einde van het kustfietspad rijden we doorheen het pijnboombos van Pinarella.
1789 km Cesenatico (256 km)
Uniek openlucht scheepvaartmuseum met kleurrijke zeilboten op het einde van de gezellige kanaalhaven. Op het kustfietspad komen we langs het herdenkingsmonument van Marco Pantani die hier geboren is en gestorven in een hotel in Rimini. We fietsen zo dicht mogelijk langs de kust blijvend richting Rimini.
1796 km San Mauro a Mare (263 km)
1799 km Bellaria (266 km)
1807 km Viserbella di Rimini (274 km)
1811 km Rimini (278 km)
Vakantieplek bij uitstek aan de Adriatische Rivièra met een rijke historische achtergrond. Hier lag de Romeinse stad Ariminum die met Rome verbonden was door de Via Flaminia. In het centrum zijn volgende Romeinse monumenten terug te vinden: de brug van Tiberius, de boog van Augustus, de Porta Montanara, het amfitheater, de Chirurg en resten van de stadsmuren. Aan de Piazza Tre Martiri, het vroegere Romeinse forum en Romeinse hart van de stad, ligt de originele middeleeuwse burcht Sismondo en de tempel Malatesta (basilica met Romeinse invloeden). Het middeleeuwse hart verhuist in 1204 naar de Piazza Cavour. De Via Flaminia liep langs de kust via Pisaurum (Pesaro) naar Fanum Fortunae (Fano) waar hij landinwaarts, zuidwaarts, de Apennijnen overtrok. Enkele steden op deze route zijn Forum Sempronii (Fossombrone), Cales (Cagli), Nuceria Camellaria (Nucera Umbra), Forum Flaminii (Foligno), Spoletium (Spoleto; gelegen op de nieuwe route), Carsulae (gelegen op de oude route), Narnia (Narni). Hij werd in 220-219 v. C. gebouwd door Gaius Flaminius. In de middeleeuwen werd deze verlengd naar Ravenna. Rimini is ook het beginpunt van de Via Aemilia naar o.a. Bononia (Bologna), Mutina (Modena), Parma en Platentia (Placenza).
Wij laten het historische centrum rechts liggen [stadsvariante loont de moeite; zie kaart] en fietsen naar de vuurtoren en de pier, die we met de fiets tot het einde een heel eind in zee, kunnen afrijden. We volgen nu opnieuw het kustfietspad afgewisseld met de kustweg zo dicht mogelijk langs het strand tot in Cattolica.
1818 km Marebello (285 km)
1819 km Miramare (286 km)
1822 km Alba (289 km)
1823 km Riccione (290 km)
De groene parel aan de Adriatische Rivièra vanwege de met bomen omzoomde straten, parken en tuinen. We fietsen over het kustfietspad geïntegreerd in de brede aanlokkelijke kustpromenade met boetieks, trendy bars en restaurants.
1830 km Portoverde (297 km)
We nemen het fietspad op de linker wegzijde en volgen dit rond de haven. Na de haven zijn de linkse baanvakken van de hoofdweg omgevormd tot breed fietspad.
1832 km Cattolica (299 km)
Uitnodigende badplaats waar wegen en pleinen evenals de kustpromenade een geslaagde facelift kregen. Cattolica is vooral bekend om zijn zeeaquarium (gelegen bij de eerste rotonde links).
Bij de tweede rotonde volgen we kordaat het eenrichtingverkeer dat ons uiteindelijk in de mooie deels autovrije rood bestraatte en met bomen voorziene voetgangerszone brengt. Deze leidt naar de Piazzale I Maggio met zijn bijzondere waterfonteinen. Langs de kustweg volgen we de mooie kustpromenade tot de jachthaven waar we de rivier Tavollo oversteken via de fiets- en voetgangersbrug. Vele leuke eethuisjes en terrasjes aan weerszijden van de rivier.
1834 km Gabicci Mare (301 km)
Voor ons ligt de rotskust die ons scheidt van de zandstranden van Pesaro en Fano. Het natuurpark bovenop de krijtrotsen noemt het Parco San Bartolo.
Wij fietsen de zogenaamde Panoramaroute richting Pesaro.
1837 km Gabicce Monte (304 km)
1843 km Casteldimezzo (310 km)
We nemen het wegje naar Casteldimezzo omhoog. Het loont de moeite om het rondje rond dit dorp te fietsen. Cirkelvormig panorama-eethuis op het hoogste punt met enig dieptezicht op de zee.
1860 km Pesaro (327 km)
We fietsen langs de jachthaven naar de kust. Hier volgen we de fietsroute Linea 2, een prachtig fietspad pal aan het strand.
1872 km Fano (339 km)
Fanum Fortunae was genoemd naar de tempel Fortunae, Keizer Augustus herdoopte het tot Colonia Julia Fanestris. De stadspoort, de boog van Augustus en delen van de Romeinse stadsmuren uit het jaar 9 n. Chr. zijn nog behouden. Bij de stadspoort staat een monument van keizer Augustus en in het verlengde ligt de Via Flaminia die hier via Cagli de Apennijnen overtrok. Naast Romeinse ook middeleeuwse muren en gebouwen uit de 14e en 15e E ten tijde dat de familie Malatesta over de provincie Romagna regeerde. Rocca Malatestiana noemen de belangrijkste verdedigingswallen van de stad. Voor de zuilengalerij van de voormalige kerk San Francesco is een monumentale graftombe van de machtige familie te zien. In het Palazzo Malatesta woonde de familie tot het jaar 1493. Het historisch centrum is doorweven met smalle straatjes met centraal de nog middeleeuws ogende Piazza XX Settembre met in de fontein de geblinde dame Fortuna (16e E).
We komen de stad binnen langs de kust. Op het einde van het fietspad Linea 2 rijden we een slagboom voorbij en onder de spoorweg door naar het strand. Via een fietsbrug komen we op de strandpromenade. Fano is door de haven in twee delen verdeeld. Tot de voetgangersbrug over het havenkanaal fietsen we over de prachtige brede strandboulevard. Na de brug gaat het links voorbij aan de Visserijcoöperatieve waar je ’s avonds in rijen kan aanschuiven voor een lekker uitgebreid vismenu. De strandboulevard is aan deze zijde beduidend smaller en loopt uit op de kustweg die op het einde naar de spoorweg draait. We volgen deze tot we er onder door kunnen. De rivier de Metàuro oversteken kan enkel over de drukke hoofdweg via een monumentale brug. Gelukkig is er aan de zijkant van de weg een vrije strook van een meter breed. De vier monumentale kolommen met adelaars en vuurpotten in brons aan de uiteinden van de brug overleefden de bombardementen in WO II. Inscripties op de zuilen herinneren de historische strijd aan de rivier Metauro tussen de Romeinen en de Carthager Asdrubale, Hannibal’s broer, in 207 v. Chr. Na de brug fietsen we even door het binnenland. We steken de hoofdweg opnieuw over en via een voetgangerstunnel naar het strand komen we op de strandweg naar Marotta.
1886 km Marotta (353 km)
La Vecchia Osteria, de oude taverne, was een Romeins halte om paarden uit te wisselen op de Romeinse heirbaan tussen Fano en Senigallia. Van hieruit vertrok ook een secundaire Romeinse weg via Suasa Senonum (Castelleone Di Suasa) en Sentinum (Sassoferrato) naar Helvillum (Fossato di Vica) aan de Via Flaminia.
Vanaf Marotta verlaten we de Adriatische kust om de Apenijnen over te steken. De eerste 50 km naar Sassoferrato klimmen we naar 420 m hoogte aan een gemiddeld stijgingspercentage van ca. 1%.
1892 km Mondolfo (359 km)
Was in de middeleeuwen een versterkte stad op de heuvels tussen de mondingen van de rivieren de Metauro en de Cesano ter bewaking van de Adriatische kust.
We fietsen via enkele piepkleine wegjes naar Mondolfo. Het eigenlijke centrum laten we opzij liggen want we dalen onmiddellijk af in de vallei van de Cesano. Over secundaire wegjes volgen we de rivier stroomopwaarts. Nadat we de Cesano oversteken fietsen we lange tijd op het tracé van de voormalige Romeinse heirbaan richting archeologische site Suasa Senonum.
1894 km Ponte Rio (361 km)
1899 km Madonna del Piano (366 km)
1908 km Sant'Isidoro (375 km)
1912 km ​Archeologische site municipium Suasa Senonum (379 km)
Een municipium was een stad die ingelijfd was bij het Romeinse rijk, met Romeins burgerrecht maar zelfstandig bestuur. Suasa lag in de Cesano vallei halverwege de kust (paardenwissel in Marotta) en Sassoferrato. De weg kruiste een andere verbindingsweg tussen de Via Flaminia en de Via Salaria Gallica (de zoutroute). De nederzetting groeide uit tot een municipium in de 1e E n. Chr. wat leidde tot constructie van monumentale bouwwerken, zoals een amfitheater en een theater. Aan weerszijden van de hoofdstraat (cardo maximus) zijn een belangrijke senaatswoning (domus Coiedii) en het forum blootgelegd. Het rechthoekig marktplein was driekwart omgeven door een gebouw met open zuilengalerij met daarin handelskramen. Na de veroveringstocht van de Visigoten onder leiding van Alaric in 409 n Chr., de economische crisis en de moeilijk te verdedigen stad, ontvolkt de stad zienderogen. De definitieve teloorgang is de Grieks-Gotische oorlog van 535 tot 553 n. Chr. waarbij de bevolking de beter te verdedigen heuvels introk. Hieruit ontplooiden zich middeleeuwse steden als Castelleone di Suasa, Corinaldo en San Lorenzo in Campo. 
Het rechte tracé van de voormalige Romeinse heirbaan stopt bij een rotonde. Recht vooruit achter het hek zien we de opgegraven Romeinse hoofdstraat van het Romeinse municipium Suasa Senonum met links de senaatswoning en rechts het forum. De weg draait rond de archeologische site en vervolgd dan zijn route.
​​1917 km San Lorenzo in Campo (384 km)
Na de teloorgang van het Romeinse Suasa Senonum ontstaan in de heuvels kleine steden. San Lorenzo in Campo werd geregeerd door de familie Della Rovere vanaf een burcht bovenop de heuvel boven het stadje. Het historische centrum heeft zijn middeleeuws bouwpatroon behouden met bovenop het kasteel. In het Palazzo della Rovere is het Archeologisch museum van het Romeinse Suasa Senonum ondergebracht. Andere interessante gebouwen zijn de benedictijnenabdij en het theatergebouw. 
Op het einde van het stadje nemen we de afslag richting Arcevia. Dit is ook de weg naar Sassoferato, maar hier nog niet aangegeven. De weg loopt nu tot Sassoferrato continue lichtjes omhoog. De opvallende koepelvormige berg die meerdere malen recht vooruit boven de Apennijnenkam uitsteekt is de Monte Cucco (1566 m). De kam die oost- en westkust verdeelt geldt ook als grens tussen de provincies Marche en Umbrië. Enkele kilometers voor Sassoferrato passeren we een afslag naar de zwavelmijn van Cabernardi, gesloten in 1952 en nu een bezoekerscentrum.
1941 km Sassoferrato [bovenstad] (408 km)
De stad is verdeeld in een boven- en benedenstad met boven het middeleeuwse deel en beneden het handelscentrum. Het historische stadsdeel ligt boven op een rots op de samenvloeiing van Sanguerone en Marena en is ontstaan na de ontvolking van de Romeinse stad in het dal. Het bezit meerdere oude gebouwen en kerken uit de late Romaanse tot de late middeleeuwse tijd. Een minimum vereiste is doorrijden tot op het centraal gelegen rechthoekige plein Piazza Matteoti met zijn paleizen en gemeentehuis. Links en rechts zijn doorsteken naar omliggende straatjes.
We verlaten de historische stad via een stadspoort en dalen via een secundaire weg rechtstreeks naar de benedenstad voorbij aan het paleis San Bartolomeo, een groot statisch gebouw op een terras boven de stad dat nu dienst doet als school en cinema.
1943 km Sassoferrato [benedenstad] (410 km)
Aan de rand van de benedenstad ligt de archeologische site van de Romeinse stad Sentinum. Goed herkenbaar zijn de hoofdstraten de decumanus maximus en de cardo maximus. Verder zijn de grondvesten van de thermen, een tempel en andere gebouwen blootgelegd, evenals de riolering. Aan de overzijde ligt de B&B hoevetoerisme Antico Muro. Rechts van de oprit zien we opnieuw opgravingen van de Romeinse weg en grondvesten van gebouwen. In het restaurant in de gewelvenkelder, is het mogelijk te eten op een glazen vloer bovenop een stuk bewaarde Romeinse muur. 
We volgen richting Scheggia de stad uit richting de bergketen van de Apennijnenkam. We fietsen door de vallei van de rivier Sentino het gebergte in. We stijgen over 30 km aan een gemiddeld percentage van 1,6% van 297 naar 779 m hoogte.
1958 km Isola Fossara (425 km)
1960 km Gola del Corno (427 km)
Deze diepe kloof is door de eeuwen heen gegraven door de Sentino-rivier die afdaalt van Scheggia.  Een bijzonder natuurwonder is de grot Grotte di Frasassi. De grot bezit meerdere zalen met als uitschieter de Abisso Ascona van 180 m op 120 m en maar liefst 200 m hoog. De grotten zijn uitgegroeid tot een belangrijke toeristische attractie van de regio Marche.
1967 km Scheggia (434 km)
Eerste stad in Umbrië langs de oude Via Flaminia.
We nemen de weg naar Gubbio. Bij de bron van de Sentino ligt de bergpas, de laatste 3 km gaan aan 6% omlaag naar Gubbio.
1979 km Gubbio (446 km)
Één der mooiste middeleeuwse steden ter wereld en prachtig bewaard gebleven. Opgericht door het Umbrische volk met de naam Ikuvium, werd het al snel een van de belangrijkste religieuze en politieke centra in het gebied. Onder de heerschappij van de Romeinen nam het belang van Gubbio weer toe, zoals blijkt uit de ruïnes van fraai versierde patriciërsvilla's en door de aanwezigheid van een indrukwekkend Romeins theater. De Romeinse stad werd verwoest door de Goten en het zal nodig zijn om te wachten tot de 13e E voordat ze herrijst tot de huidige stad. De kathedraal, het Palazzo dei Consoli en het Palazzo del Podestà zijn gebouwen deze periode.
​We fietsen doorheen de stad om dan voorbij aan het Romeinse Amfitheater de stad te verlaten. Hierbij volgen we tot Rome in grote lijnen de Sint-Franciscusroute voor fietsers. Waar deze onverharde, slechte half verharde wegen of paden volgt en/of onnodige omwegen maakt, kiezen we waar mogelijk voor een betere optie. Deze Franciscusroute voor fietsers wordt sporadisch gemarkeerd aan de hand van horizontaal boven elkaar geschilderde gele en blauwe verfstrepen. Vooreest gaat het over 11 km aan gemiddeld 1,3% langzaam bergaf in de vallei van de Saonda. We gaan over de waterscheiding naar de vallei van de Chiascio. Het uitklimmen van de vallei gaat gepaard met een 2 km lange klim gevolgd door een 3 km lange afdaling. Beiden aan gemiddeld 6%. De klim naar Casacastalda is 6 km lang aan een gemiddeld stijgingspercentage van 4%.
2006 km Casacastalda (473 km)
Na Casacastalda gaat het in dalende lijn terug in de vallei van de Chiascio.
2014 km Valfabbrica (481 km
We nemen de weg richting Assisi.
2021 km Pianello (488 km)
We slaan linksaf naar San Gregorio.
2022 km San Gregorio (489 km)
Het kasteel in de originele structuur in zandsteen heeft een spitsboogvormige torenpoort waar de luiken van de ophaalbrug nog zichtbaar zijn.
2031 km Bastia Umbria (498 km)
We volgen de groene route Bastia, een gravelpad stroomopwaarts langs het riviertje Tescio. Op het einde van het pad steken we de rivier over en fietsen rechtdoor rechtaan naar het op de heuvel voor ons prijkende Assisi. Na 100 m op de hoofdweg nemen we het fiets en wandelpad recht omhoog. Aan 7% gaat het omhoog. Terug op de hoofdweg volgen we deze naar rechts naar de basiliek Sint-Franciscus van Assisi.
2037 km Assisi (504 km)
De Basilica di San Francesco is kilometers ver in de omtrek zichtbaar. Het is heet speerpunt van het historische centrum van Assisi. Er zijn maar weinig steden met zo'n hoge aantal basilieken en kerken als in Assisi.  Al sinds de 13e E trekken pelgrims naar Assisi, in de voetsporen van de heilige Franciscus van Assisi, die hier geboren en begraven is. Het complex uit de 13e E bestaat uit twee kerken: de bovenste kerk, de gotische Basilica Superiore waarin 28 levendige, kleurrijke fresco's het leven van Sint Franciscus uitbeelden. En daaronder de lagere kerk met in de Cripta di San Francesco het graf van de heilige Sint Franciscus.
De Basilica Santa Chiara werd gebouwd tussen 1257 en 1265 en is na de Basilica di San Francesco de belangrijkste religieuze plek van Assisi. Beneden in de crypte liggen  de overblijfselen van de heilige Clara van Assisi opgebaard. Naast een standbeeld van haar, is er ook een tentoonstelling van haar relikwieën te zien. Hier liggen ook enkele relieken van de heilige Franciscus opgebaard.
Maar ook voor wie niet religieus is heeft de stad genoeg te bieden. Omgeven door de Umbrische heuvels en de Monte Subasio is dit een prachtig stadje om in rond te dwalen. Assisi is een van de best bewaarde middeleeuwse stadjes ter wereld. Het Piazza del Comune bevindt zich in het centrum van Assisi. Rondom het plein bevinden zich belangrijke monumenten van de stad bevinden. Zo is er de Tempio di Minerva met haar grote zuilen. Een Romeinse tempel die behouden is doordat er in latere tijden een kerk achter gebouwd is, namelijk de Santa Maria Sopra Minerva. De kathedraal van San Rufino, ook wel bekend als de Duomo di Assisi, is de belangrijkste katholieke kerk in Assisi. In deze kathedraal zijn de heiligen Franciscus en Clara van Assisi gedoopt. Op het plein zie je ook de Fontana dei Tre Leoni, een prachtige fontein met 3 leeuwen, en het Palazzo del Popolo uit de 14e E. Niet ver weg van Piazza del Comune staat de Chiesa Nuova uit 1615, op de plaats van het voormalige huis van Pietro di Bernardone, vermoedelijk de geboorteplaats van St. Franciscus. Deze nieuwe kerk werd gebouwd omdat Antonio de Trejo, de Spaanse vicaris-generaal van de Franciscanen, tijdens een bezoek aan Assisi in 1613, bedroefd was omdat door het verval van het oorspronkelijke huis van Sint Franciscus. Met de hulp van de Spaanse ambassade in Rome en een gulle gift van 6000 dukaten door koning Filips III van Spanje, kocht hij het huis. Van het huis is nog weinig te zien, maar de originele houten deur is wel bewaard gebleven. Op de Piazza Chiesa Nuova voor de kerk staat een bronzen standbeeld van de ouders van Franciscus.